Haven in zicht
Het is een donderdagmorgen en je staat je ontbijt voor te bereiden. Volop in de handeling schieten je vlagen van het verleden in gedachten door je grijze massa. De cijfers van de digitale keukenklok prikken de waarde ervan in de half verlichte keuken, het is 06.48 uur
Plotseling krijg je een ingeving en bel je, ondanks dit (te) vroege uur je collega, waarvan je weet dat ook hij zijn bed heeft verruild met wakker zijn. Slechts die ene zin: “goedemorgen kerel, wat mij zojuist te binnenschoot, zullen wij volgend jaar stoppen met ons bedrijf? Wij bestaan dan op 3 maanden na 15 jaar en ik vind dat het zo wel goed is geweest”. Er volgt een kleine stilte aan de andere kant van de lijn. Even later klinkt het: “ja waarom ook eigenlijk niet. Wij worden beiden ouder en hebben het zakelijk goed gedaan en een goede naam opgebouwd. Verder geen financiële problemen, ik vind het goed. Oktober 2020 einde Ahon Enschede”. Met een “ik zie je straks op kantoor”, werd de verbinding verbroken. Zo…dat is dan ook weer geregeld, maar niet heus.
Even later stap je in je auto op weg naar kantoor. De eerste ingeving van “volgend jaar hoeft het allemaal niet meer” steekt de kop op. Gelukkig heb ik voldoende om handen en ik zal de leegte op kunnen vullen. Maar toch…….. Guus Meeuwis schrijft in zijn song: “haven in zicht” < straks is er geen later >. Die stelling durf ik niet te onderbouwen. Wat mijn wereld betreft is er terdege na het stoppen, of men zou mij eerder moeten “roepen”, zeker wel een later. De realiteit van mijn ‘haven in zicht’ durf ik te zien als een daadwerkelijk rustmoment. Een moment waar mijn naasten al jaren op hebben zitten te wachten. De eerste opmerking kwam van mijn schoonzoon. Die merkte direct op, ‘ga niet helemaal niets meer doen, want het komt regelmatig voor, dat mensen stoppen met werken en niets meer om handen hebben en even later dood zijn”. Zoals ik al suggereerde, mijn haven in zicht is eerder een moment, misschien wel een terugblik en rust.
Nee, wat dat betreft geen problemen ( dacht ik ). In het daarop volgende weekend word ik in de nacht van zaterdag op zondag wakker en realiseer ik mij dat ik in oktober 2020 mij geen zorgen meer hoeft te maken of er weer een bedreiging komt, of afspraken wel of niet worden nagekomen, er juiste toezeggingen worden gedaan, ik de hechte klantenkring van opdrachtgevers niet meer hoeft te bellen, laat staan te bezoeken. Vreemd eigenlijk, dat je weet, dat je het goed hebt gedaan en toch je gaat realiseren wat die ene zin; “zullen wij volgend jaar stoppen met ons bedrijf” zoveel impact heeft.
Langzaam begint de realiteit tot je door te dringen. Langzaam realiseer ik mij, dat het over is en voorzichtig probeer ik daar een gulden middenweg in te vinden. Totdat….. een familielid je belt met het verzoek om ondersteuning. Je gaat nadenken en stelt vast, dat het dan maar tot oktober 2020 moet zijn. Even later belt een nieuwe opdrachtgever, dat hij misschien wel 80 incasso opdrachten voor je op de rol heeft staan.
Vreemd, dat je dan even uit je lood bent geslagen. Veel ondernemers zitten op een dergelijk moment te wachten. Ik realiseer mij, dat de situatie waar mijn collega en ik moeten besluiten het etiket luxe mag dragen. Ondertussen druppelen van de overige opdrachtgevers de incasso opdrachten ook binnen. Haven in zicht. In gedachten fantaseer ik om plannen te gaan maken om de haven verder uit te breiden. Misschien moet het definitieve besluit om daadwerkelijk te willen stoppen anders worden ingevuld. Op kantoor bespreken wij die dag de te volgen strategie. De uitslag van het overleg is duidelijk en bijna bindend. Tof een collega te hebben waar ik in 2020 al 40 jaar mee samenwerk. Van 1980 tot 2005 elders en vanaf 2006 tot heden samen. Ons besluit staat vast. Eind september 2020 gaat doodleuk de stekker uit het bedrijf. Niemand neemt onze knowhow en goodwill over. Haven in zicht wordt besloten te zien als: ‘wij hebben het goed gedaan’.
Haven in zicht straalt ook wel iets behoudens uit. Gedachten als”
- Thuiskomen
- Tevreden afsluiten
- Rust en genieten
zijn onderdelen die bevestigen wat je had verwacht als je ooit eens zou stoppen. Stoppen op een moment als dit heeft ons beiden respect afgedwongen.
Als je dan realiseert, dat wij in 2006 slechts 2 oude pc’s hadden en een excel bestand, geen kantoor en verder echt helemaal niets, dan durven wij met trots te zeggen, laat die haven maar komen.
Voor ons beiden is er zeker wel een later. Alleen bij het invullen ervan zal het er minder zakelijk uit gaan zien. Denk dat je dat ook mag eisen. Na 15 jaar een toko te hebben gerund binnen een branche die doorlopend in beweging is geweest en waarvan de klanten niet altijd met ons op dezelfde golflengte zaten, mag je zeggen: “het is goed geweest’. Tot oktober 2020 houden wij koers op onze eindbestemming.