Wat de deuropening nu weer produceert
Vanaf januari 2006 heb ik, als incasso inspecteur, op diverse deurbellen mogen drukken. Op weg naar de volgende deurbel schoot mij steeds de tekst van schrijver Simon Carmiggelt te binnen. Simon schreef ooit eens in een van zijn vele teksten die hij Kronkels noemde: “ eens kijken wat de deuropening nu weer produceert ” Beroepsmatig aanbellen gaat telkens gepaard met het ontmoeten van derden. Vaak speelt het een grote rol of je aanbelt op het juist moment, maar binnen de incasso branche kun je ervan uitgaan, dat het moment nooit als gelegen komt. Niemand zit op je te wachten.
Bij ruim 90 % van alle deurbellen, waar ik op mocht drukken, kon worden voorzien het etiket ‘ niet gewenst ’ of ’ ongelegen ‘. Toch kan ik mij slechts één situatie heugen, dat ik, nadat ik had aangebeld, een rondje om mijn auto moest rennen, waarbij ik werd achterna gezeten door de vrouw des huizes. Het zijn van die situaties, die per direct weergeven, dat niet aangemeld aanbellen niet altijd gevrijwaard is van een risico. Ach het is de kers op de taart. Het heftig reageren op bezoek of telefoontjes was nu eenmaal nauw verweven met mijn werk.
Zoals ik al schreef, is het telkens een verrassing ‘ wat de deuropening nu weer produceert ‘. De ene keer is de eerste kennismaking heftig en bij de ander lag ik nadien in een deuk van het lachen. Daarnaast stelde ik mij regelmatig de vraag: “hoe al die ellende bij personen kon ontstaan”. Daarom herbergt elke deurbel een eigen historie. Op het ene moment was het pure droefenis en enkele straten verder, was het lachen als ik weer in mijn auto zat. Wat een wereld.
Zo belde ik eens ergens in een buitenwijk van Hengelo aan bij een grote hoekwoning. Direct nadat ik had aangebeld zag ik, dat de bewoner in de tuin aan het werk was. Vanuit de tuin had hij schijnbaar gehoord, dat iemand bij de voordeur op het knopje van de bel had gedrukt. Hij beduidde mij, dat ik maar naar de tuin achter de woning moest komen om hem te kunnen spreken. Via een lange gang naast de woning bereikte ik de tuin. Bewapend met mijn grote incassomap, die ik onder mijn arm droeg, kwam ik achter de woning.
Ik betrad een keurig aangelegde tuin. Middenin de tuin prijkte een grote vijver met een fontein. Rond de vijver een mooi- en vooral glad gazon en aan de rand van de tuin prachtig bloemen. Ik was erg onder de indruk van deze tuinarchitectuur. Toen ik als begroeting opmerkte: “wat een prachtige tuin”, kreeg ik als antwoord, “maar daar kom jij vast en zeker niet voor”. Het resultaat was een lachbui en even stond ik met de mond vol tanden. Op een dergelijke reactie was ik niet voorbereid.
Als ik op pad was om klanten te bezoeken, realiseerde ik mij regelmatig, dat achter elke gesloten deur zich een eigen wereld afspeelt. Een wereld waar voorspoed en problemen, maar ook andere elementen van ons dagelijkse leven een rol spelen. Elke voordeur ‘produceert ‘ een menselijke situatie, die gelukkig niet altijd gelijk is aan de noaber-next-door.
Toch probeert iedereen die achter een voordeur woont zijn of haar eigen leventje te leiden. Soms was het inderdaad lijden. Misschien daarom is de activiteit van het bezoeken van personen op de verschillende locaties wel zo interessant. Ook op het terrein van de vooroordelen werd ik doorlopend geconfronteerd met het tegendeel. Vooroordelen hebben in mijn ogen steeds vaker een suggestief karakter.
Elke woonkern heeft bepaalde, noem het, sub-woonkernen, die net even iets anders zijn dan, ja…dan wat. Nu ik deze zin schrijf, bespeur ik het gevoel, dat er regels voor woonkernen zijn. Natuurlijk is dat niet zo. Elke woonkern, of wijk- of buurt binnen een gemeente verschilt in feite niet met elders. Denk dat een wijk of volksbuurt wordt gekenmerkt door haar bewoners. De regelgeving op dit gebied wordt geregeld door de normen en waarden.
Ik moest eens naar een buitenwijk in een grote stad. De bewoner zat op het witte tuinmeubilair in de voortuin. Toen hij mij zag, begon hij direct, dat hij geen geld had om de termijn te betalen. Ik nam plaats op een wit stoeltje naast hem in de voortuin. Plotseling kwam er een oude Opel Kadett aanrijden. De bestuurder parkeerde de auto half op het trottoir en riep bij het uitstappen luidkeels naar zijn vader: “Pa, het was in de aanbieding” en laadde 5 kratten Grolsch uit. Ik moest lachen. Een paar dagen later is er wel betaald. Denk dat deze betaling is gedaan uit de opbrengst van het statiegeld.
Nogmaals achter elke voordeur speelt zich een eigen wereld af. Het was elke dag enerverend om even een kijkje in de diverse producties te mogen nemen.
4 thoughts on “Wat de deuropening nu weer produceert”
Altijd wat anders, vaak triest.
Het lijkt me dat je een nogal avontuurlijke baan Had, Klaas. Vraagje: heb je het woord ‘lijden’ met opzet met lange ij geschreven? (7e alinea) Ik kan me namelijk wel voorstellen dat mensen lijden als jij bij ze aan de bel moest trekken om centjes. Dan lijden ze onder hun schulden en leiden ze een minder vrolijk leven dan zonder schulden .
Vroeger een jaar of tien als postbode gewerkt. Ik kwam meestal met een andere boodschap, maar die verrassing, wat er achter die voordeuren tevoorschijn kwam, dat is zo herkenbaar. Mooi weer Klaas, ik kan altijd glimlachen bij het lezen van je blogs!
Ik heb er na deze blog gelezen te hebben , er over nagedacht dat ik een bevoorrecht mens bent
Je moet het zien klaas
Comments are closed.