Dat ene vakje dat grootouder heet
Het staat vooraf niet vast of het je ooit zal overkomen. Vreemd, dat sommigen het zelfs erg vinden om ooit als grootouders, je weet wel oma of opa, te worden aangesproken. De wereld is hard aan het veranderen en dan past, nogmaals, bij sommigen, de afremmende fase van grootouder daar niet in. Ik kan, als opa, laten wij het woord maar bij de hoorns pakken, zoiets niet begrijpen.
De geraadpleegde woordenverzameling geeft niet per direct een duidelijke vertaling dan wel betekenis van grootouder. Bij oma wordt aangegeven, dat het een grootmoeder is en bij opa staat naast de weergave van grootvader ook oudere man. Is het dan logisch te stellen, dat een oma altijd jonger is dan een opa? Ik kan mij er niet druk om maken. Zowel mijn vrouw als ik zien de titel, zelfs het etiket oma en opa, als een eretitel.
Ik herinner mij nog een situatie van jaren geleden toen mijn vader regelmatig een buurman sprak. Mijn vader baalde van de herhaalfase van die buurman. “Die man heeft het altijd over zijn kleinkinderen” klaagde mijn vader als hij weer thuiskwam. “Niet leuk meer, het is gewoon eentonig te noemen”. Toen ik in 1980 vader werd van een dochter stonden mijn vader en de buurman samen op te scheppen over hun kleindochter. Kijk dat bedoel ik nu. Dat ene vakje dat grootouder heet, heeft iets, dat je niet kent, als je nog niet in die doelgroep zit.
Oud minister Winsemius, in het Kabinet Lubbers II (1982-1986) werd ooit in een interview voor de tv gevraagd,: “kunt u verklaren hoe het voelt om opa te zijn zijn?” Het enige logische antwoord, dat op zo’n vraag kon worden gegeven, kwam inderdaad als reactie. “Hoeveel zendtijd heeft u, want ik denk dan nog wel eventjes aan het woord te zijn.” Ik denk, dat je per direct ook niet een betere definitie kunt geven op het kenmerk van een oma of opa.
Zelf probeer ik het te zien als een vangnet voor de kleinkinderen. Als papa of mama iets niet willen, dan is er altijd nog een oma of opa. Die (vertrouwens)band behoort onvoorwaardelijke te zijn. Wel vind ik het belangrijk, dat een oma of opa zich niet per direct bemoeien met de opvoeding van hun kleinkinderen. De opvoeding van kleinkinderen, ook al zijn de grootouders het niet altijd het eens met de pedagogische handelingen van hun kinderen, is een taak voor de ouders. Het is ook hun verantwoording. Bij oma en opa gelden andere regels met in acht neming van de normen en waarden.
De totale materie, het zijn van een oma of opa, zet je doen en laten in een ander level. Voordeel ervan is, dat je geen handleiding hebt om je te gedragen als oma of opa. Als je als werkende de pensioengerechtigde leeftijd nadert, heb je cursussen of workshops om te leren hoe je je moet gedragen als je uit het arbeidsproces geraakt. Het is allemaal goed bedoeld en soms begrijp ik er de logica van, maar een daadwerkelijke vooropleiding voor het grootouderschap bestaat er niet.
Het grootouderschap overkomt je. Toen wij grootouders werden, schrijven wij 2005, stond je aan het begin van een onbekende ervaring. De blijde gebeurtenis ligt al weer jaren achter ons, maar het is alsof het gisteren was. Vreemd eigenlijk, nu je ouder wordt en je sneller iets vergeet, maar de geboorte van onze vier kleinkinderen wordt schijnbaar in je grijze massa niet verdrongen naar “oud zeer”. Het grootouders worden, blijft een actuele gebeurtenis.
Niet logisch is het om de huidige situatie te gaan vergelijken met de periode toen mijn grootouders nog leefden. De maatschappelijke ontwikkeling heeft niet stilgestaan. Daarom ben ik ook van mening als de mogelijkheid zou bestaan om mijn grootouders even een kijkje te laten nemen in deze hectische wereld, dat zoiets voor hen een vreemde ervaring zou zijn. Vergelijken van perioden gaat ook niet altijd op. Je zit als aardklootbewoners figuurlijk in een maatschappelijke trein die voort dendert.
Kort door de bocht genomen moet het zijn van grootouder zeker niet als een stagnatie worden gezien. Op afstand, want het zijn niet jouw kinderen, word je meegenomen in de ontwikkeling van je nazaten. Je wordt meegenomen, maar tegelijk wordt er een periode afgesloten, want de feitelijke begeleiding van je kleinkinderen ligt bij de ouders ervan.
Sinds 2023 ben ik begonnen aan een dagboek met als overduidelijke titel: “ik ben je opa”. In de tekst van het dagboek probeer ik mijn beeld en belevenissen van mijn kleinkinderen digitaal op papier te zetten. Gestaag groeit het aantal belevenissen die ik in de loop der jaren heb mogen ervaren. Ik heb mij voorgenomen negatieve belevenissen achterwege te laten en uitsluitend zaken te beschrijven in de trant hoe ik ervan van geniet. Ik hoop ermee te bereiken, dat mijn kleinkinderen in de toekomst mogen ervaren hoe ik hen zag en mij in hen probeerde te verplaatsen. De inhoud van het dagboek is ook niet voor hun ouders bestemd. Logisch, want ik ben hun opa ook niet.
Kleinkinderen ik geniet ervan en schrik nog steeds van hun vraag: “Opa, kun je…..”. Ja hoor…..
4 thoughts on “Dat ene vakje dat grootouder heet”
Opa Klaas, collega, ik vind heerlijk de betiteling opa te hebben
Geniet er dagelijks van, neemt niet weg dat ook heerlijk kan zijn dat de herrie makers ook weer opgehaald worden, de rust in dan ook graag geziene gast
Mooi Klaas!
Soms struggle ik er nog wel ns mee, het opa genoemd worden, bedoel ik. Dus niet het zijn, puur het feit dat je naar een andere fase glijdt.
Mooie blog en zo herkenbaar. Af en toe zijn er inderdaad mensen die het lastig vinden als je verhalen van je kleinkinderen vertelt ik herkende het direct, maar kwam er later achter dat het pure jaloezie was
Als je je bedenkt dat er óók tal van ouders/ouderen zijn die nooit kleinkinderen kunnen en zullen krijgen, dus de unieke status van opa en opa nimmer mogen ervaren, mag elke opa en oma zich in dankbaarheid gelukkige prijzen.
Comments are closed.