Maar, dat slik je toch niet?
Het komt regelmatig voor, dat wij burgers, laat ik er een algemeen etiket opplakken, worden geconfronteerd met situaties, die ons niet aanstaan. Zo kun je iets hebben gekocht, waarover je na ontvangst je ontevredenheid niet onder stoelen of bank steekt. Ook kan het zijn, dat een instantie als UWV, Zorgverlener, Belastingdienst, maar zelfs het Openbaar Ministerie, de afhandeling van een actie niet goed of zelfs helemaal niet na tevredenheid heeft afgewikkeld.
Het zou dan een onjuiste veronderstelling zijn door zelf niet in actie te komen en het maar over je kant laten gaan. Dit alles in de status van: “het helpt toch niet, want ik ben niet in staat om duidelijk mijn bezwaar te maken”. Op grond daarvan doe ik dan maar niets. De keerzijde hiervan is, dat zowel een ondernemer binnen de MBK -branche of een lokale- of landelijke instantie in haar vuistje zit te lachen en zichzelf op de borst durft te slaan. Dit op de borst slaan gaat dan gepaard met de gedachte, “zo weer één die erin trapt en geen actie onderneemt”.
Laten wij eerlijk zijn, want bovenstaande casus, zoals dat zo mooi wordt verwoord, komt nog te vaak voor. Duidelijk ben ik van mening, dat lokale- en landelijke overheden, maar ook instanties als UWV, Zorgverleners en niet te vergeten de Belastingdienst, zich hebben verzoend met de situatie, dat hun verzekerden of belanghebbenden geen actie ondernemen.
Ik heb persoonlijk kennis mogen maken met instanties, dat men na een verweerschrift te hebben ontvangen overstag gaat. Belangrijk is het, dat de schrijver van het verweerschrift in duidelijke, maar niet in samenhang met een agressief, taalgebruik zijn of haar ongerief kenbaar maakt. Inmiddels heb ik voor derden uit mijn kennissenkring diverse bezwaarschriften, NIET ZONDER SUCCES, op hun naam en in hun opdracht geschreven. Bovendien kan ik mij geheel vinden in het schrijven van bezwaarschriften.
De Nederlandse wetgeving heeft inmiddels geruime tijd mijn belangstelling. Het mag worden gezien als niet gebruikelijk, dat een burger zich zo met regel- en wetgeving bezighoudt. Denk dat je mijn belangstelling moet koppelen aan het gebruik van onze taal en vooral grammatica. Ik vind het fascinerend hoe iets middels de taal kan worden weergegeven en zelfs hierdoor een ongenoegen kenbaar wordt gemaakt. Daarnaast vind ik de wettelijke regelgeving fascinerend.
Stel als iemand een auto verkoopt en de verkoper deelt mee, “voor de gebreken te staan?” In zo’n situatie had hij moeten schrijven of zeggen: “ik sta voor de gebreken in”, in plaats van ik sta voor de gebreken. Ook kreten “als de achteruit is niet in orde” kan worden verpakt in: “de achterruit is niet in orde”. Een achterruit is iets anders dan een achteruit, met één r”.
Kijk en dat bedoel ik nu met: ” je moet het zien ”. Gewoon verder kijken dan wordt bedoeld of zelfs onbedoeld wordt gesuggereerd. Je zal maar slachtoffer worden van dergelijke onjuistheden. De regel- en wetgever biedt diverse mogelijkheden om tegen deze zaken iets te kunnen doen.
Los van de onjuistheden met betrekking koop- en verkoop zijn er helaas ook ( teveel ) instanties, die het afhandelen van hun diensten niet naar behoren uitvoeren. Afgelopen periode heb ik, regelmatig voor derden schriftelijk strijd gevoerd met instanties als: UWV, ANWB, Menzis en zelfs het Openbaar Ministerie. Het is daarbij een kunst, heb ik bemerkt, ondanks je gevoel, dat de aanleiding om in verweer te gaan, toch je taal- en schrijfweergave nogmaals niet te laten doorspekken door hatelijke- en agressief taalgebruik, Niet zonder enige trots durf ik te melden, dat 9 van de 10 bezwaarschriften het gelijk aan mijn kant vonden. Wel schrijf ik de verweerbrieven volledig op naam van degene die mij vraagt “even in de pen” te willen klimmen.
Moeite heb ik, met de houding van instanties, die denken de wijsheid in pacht te hebben. Vooral hun afwijzende- en enigszins arrogante houding, in de trant van “en wie bent u dan wel om ons te schrijven over iets dat volgens u niet klopt’, stuit mij tegen de borst.
Vooral mijn gevecht, dat ik voerde tegen het Openbaar Ministerie, heeft mij veel voldoening gegeven. Totdat het O.M. zo slim was, terug te vallen op een wet die nauwe band had met dwingend recht. Ik stond schaakmat, want bij dwingend recht, kun je niet een andere koers nemen. Dwingend recht zijn wettelijke bepalingen waarvan niet mag worden afgeweken door partijen. Ondanks dat ik schaakmat werd gezet, had ik waardering voor deze maatregel.
Belangrijk is het, dat je in onze maatschappij niet alles hoeft te slikken. Het schrijven van een verweer- of bezwaarschrift, afgezien van het resultaat, kan voldoening geven. Voldoening in de trant van men heeft iets aan het ongerief gedaan. Niets doen wil immers zeggen, dat je het ongerief domweg accepteert.
Je bent nu eenmaal baas over je eigen doen en laten. Klim figuurlijk in de pen en zet je ongenoegen op papier. Denk ook wel, dat de tegenpartij waardering voor je zal hebben door aan te geven, dat je het niet met hen eens bent. Kom voor jezelf op, want je hebt er recht op.
3 thoughts on “Maar, dat slik je toch niet?”
Mooie blog Klaas
That’s life: je hoeft en moet niet altijd alles slikken, terwijl je in het leven tevens in staat dient te zijn af en toe wèl iets te slikken èn te pikken.
Inderdaad je kunt actie ondernemen en een stuk schrijven met goede argumenten en af en toe je gelijk verdienen .
Kijk of lees vanochtend de krant over de toeslagen affaire en de uitkomst wordt doodleuk verteld dat het zo opnieuw kan gebeuren. Dan denk je ik heb geen enkele misbruik gemaakt maar het systeem van de staat is zo lek als een mandje . Alle subsidies zouden moeten verdwijnen .
Ik heb gelukkig persoonlijk geen doen gehad met subsidies .
Comments are closed.